Live your Dream

 

 

Voor Gerard.

Heel wat jaren geleden was ik als junior-adviseur verbonden aan Van der Bunt Organisatie Adviseurs in Amsterdam. Hoe ik daar gekomen ben is een verhaal apart, maar niet voor nu. Junior adviseur tussen allemaal grote namen van toen. Mijn buurman in de straat waar ik woonde in Heemstede, ik kon goed met opschieten, nam mij in vertrouwen over de problemen die hij op dat moment ondervond op zijn werk. Hij was directeur verkoop bij transportbanden producent Ammeraal in Wormerveer. Het klonk niet zo spannend, maar zo bleek later, dat was het wel. Het bedrijf maakte naast rubber transportbanden ook transportbanden van polyurethaan. Het bedrijf was wereldleider op dat gebied en had een grote afzetmarkt in o.a. de Verenigde Staten en dan vooral in Chicago, daar waar traditioneel de vleesindustrie van Amerika gevestigd was en nog steeds is. Ik kom daar later op terug, op Chicago dan wel te verstaan

Gerard want dat was de naam van mijn buurman, Gerard wilde dat ik kwam helpen bij het op orde brengen van zijn verkooporganisatie. Met een beetje grote mond, veel zelfvertrouwen en ook wel een beetje boel kennis van zaken, kwam je in die tijd een heel eind, dus zo “gevraagd zo gedaan,” namens van der Bunt ging ik aan de slag in Wormerveer. Bij mijn werkgever was ik de held, immers ik had een grote en zoals later zou blijken, een hele grote opdracht binnengebracht.

Transport van vlees en bananen, dat was de markt waar Ammeraal, zich in die tijd in het buitenland op concentreerde.

Vlees , dat begreep ik wel, hamburgers en biefstukken moeten na de verwerking tot “ hap klare brokken” worden verwerkt en daarna worden getransporteerd , de kunststof transportband speelde daarbij een grote rol. Ammeraal was een pionier op dat gebied!

Bananen, dat was een ander verhaal. Bananen komen van ver en, nu een weetje. bananen, fruit in het algemeen, mag tijdens het transport niet stoten, dwz de dozen moeten zo voorzichtig mogelijk geladen en gelost worden. Anders wordt de boel beurs en kun je ze weggooien. Ammeraal had een systeem, de Cargoveyor ontwikkeld, die in staat was dozen stootvrij in en uit schepen te laden.

Een schijnbaar uniek systeem, dat zowel vast gemonteerd als varend geleverd kon worden en ideaal leek voor de vele zogenaamde “fruitterminals”, speciale bedrijven in havens die zich met de verwerking van fruit bezig hielden. De banaan was zo’n product en je wilt niet weten hoeveel bananen er over de wereldzeeën vervoerd worden. Gekoeld en wel!

Appels en peren vind je in de Betuwe, maar bananen niet. Waar dan wel, nou in Zuid Amerika, daar zijn de bananen en wil je daar iets over kunnen zeggen dan moet je er ook echt naar toe. Hoe, simpel met het vliegtuig en waar? nou laten we eens beginnen in Rio, waarom niet en vandaar kun je naar Venezuela en vooral naar Costa Rica en dan wel aan de kant van de Stille Oceaan.

Gerard en ik waren nog jong en Rio leek bloedspannend zeker omdat Gerard bedacht had dat de snelste manier om naar Rio te vliegen met de Concorde zou zijn. 7 uur in plaats van 14 uur. Ja we moesten eerst wel naar Parijs en ja de Concorde haalde het niet in 1 keer, maar een tussenstop in Dakar was ook nooit weg.

Parijs, was geen probleem, maar daar begon het gelazer, geen Concorde te bekennen, alleen maar muren met daar achter een hoop lawaai. Wij, Nederlanders gekleed als Nederlanders dus in spijkerboek en een polo, konden die verdraaide Concorde niet vinden. Dat bleek achteraf ook niet de bedoeling, de Concorde moest ons vinden, d.w.z. het cabinepersoneel, want zo ging het in die tijd. In de vertrekhal op Charles de Gaulle werden alle goedgeklede reizigers door bloedmooie dames aangesproken of ze misschien een ticket voor de Concorde hadden en zo ja dan mochten ze mee door een wirwar van gangen naar een ontvangstzaal, waar hapjes en champagne geserveerd werd aan zo bleek rijke Brazilianen en hun beeldschone vrouwen, vriendinnen dachten wij direct. Aan ons, gekleed in spijkerbroek werd helemaal niets gevraagd. Ons werd geen blik waardig gekeurd zelfs. Hoe we uiteindelijk in die hal terecht gekomen zijn weet ik niet meer, maar het heeft veel overredingskracht gekost, want niemand geloofde dat die tickets echt van ons waren en dat wij Hollanders echt een vlucht met de Concorde naar Rio hadden geboekt.

Van al dat lekkere eten in die hal hebben wij niets gezien, champagne kregen we niet, nee we moesten aan boord en zoals dat heet zitten en “bek houden “.

Aan boord van een Concorde, een verkleinde uitvoering van een DC9, toen een modern vliegtuig, de DC 9 dan wel te verstaan, was het een beetje benauwd met twee rijen van twee stoelen wel van mooi leer, dat dan weer wel. Boven de deur van de cockpit hing een grote klok. Die klok vergeet ik nooit meer. Het was geen gewone klok, maar een klok met cijfers van ik geloof 0 tot 12. Later bleek dat die klok de snelheid van het de Concorde aangaf en de 22 moest2.2 zijn. 2,2 Mach. Maar daarover straks meer! Spannend!

De bemanning, vier stewardessen, uitgekozen vanwege hun verbluffende uiterlijk bleken uiteindelijk Braziliaans, dat kon ook niet anders, er zaten uitsluitend Brazilianen aan boord en twee slecht geklede Nederlanders, zouden ons bedienen tijdens de vlucht en zo bleek later ook op de grond in Dakar. Geweldig, die zie je bij onze KLM niet, tenminste ik niet en ik vloog me suf in die tijd. Singapore Airlines was qua schoonheid van de bedienende dames in die tijd de top, maar dit was weer stapje “hoger” op de lijst!

In die tijd mocht je zo’n bloedmooie vrouw nog “ een lekker wijf” noemen, nu kan dat niet meer, maar toen…. Echt!

De start was buitengewoon eng, wisten wij veel, de Concorde vloog als een straaljager met deltavormige vleugels. Dat wil zeggen, heel snel op de startbaan en dan ongewoon stijl omhoog. Daarna was het gewoon een vliegtuig dat wil zeggen tot boven Bordeaux.

Daar gebeurde het, de captain verwaardigde het, op zijn Engels, een beetje boel Peter Sellers in de films van inspecteur Clouseau, het gepeupel achterin uitteleggen dat wij, “should watch the clock and within two minutes we would start flying, supersonic faster than sound” en “dat wij ons geen zorgen hoefden te maken over” en nou komt ie en ik vergeet het zolang als ik leef niet meer “ a light shock in the back”

Ik herhaal een klein schokje in de rug. Spannender zou het in mijn leven nooit meer worden en oh ja vervolgde hij, over twee uur zouden we landen in Dakar.

Als kleine kinderen keken Gerard en ik naar die klok en verdomd de wijzer ging van 9 naar 1 en van 1 naar 2, naar 2 Mach 2. Mach, sneller dan het geluid, de knal die daarmee gepaard ging, was de reden dat we pas boven Bordeaux door de geluidsgrens mochten. Dat de Spanjaarden daar wel last van zouden hebben,, daar hadden de Fransen schijt aan en wij trouwens ook, nee echt daar was die “light shock in the back”

Eten was er nauwelijks aan boord, dat ding was gewoon te klein om een behoorlijk maal te vervoeren, een mini biefstuk en champagne, veel te veel champagne. Het leek een half uur, niet langer, voordat de captain aangaf dat we de landing naar Dakar zouden gaan in zetten, weer datzelfde, niks beschaafd naar beneden, een duikvlucht en boem we stonden.

Wat daar in Dakar allemaal gebeurde tijdens het tanken zal ik u besparen, maar ik wist toen en ook dat ben ik ooit vergeten hoe Sjeiks zich moeten voelen. Daarna, weer stijl omhoog en snel door om ruim twee uur later de berg Corcovado te zien opduiken uit het laaghangende wolkendek met daarop, het wereld wonder, het beeld van Christus de Verlosser.

Nooit eerder in mijn toen nog jonge leven en nimmer meer heb ik zo’n plaatje gezien, het Christus beeld met daaronder wat later bleek de Copacabana, wat kan het leven mooi zijn.

En dat om een paar trossen bananen te zien.

Mijn God, wat een heerlijk volk die Brazilianen.

 

 

Volgende keer “op zoek naar de bananen”

 

Wij spreken