Daar gaan we weer!

 

 

Stel je voor, je bent net benoemd tot commandant der strijdkrachten (CdS) als op opvolger van Tom Middendorp, die de onmogelijke taak had Minister Jeanine Hennis te volgen in de bezuinigingsslag die defensie al jarenlang teisterde. Veel van het materieel werd verkocht of werkte niet meer naar behoren, omdat er geen geld was voor onderdelen.

Net benoemd dus en dan komt er een nieuwe politieke baas, weer een vrouw, prima, maar weer een vrouw die geen bal verstand heeft van het ministerie waar Rob de hoogste militair is. Ank van Bijleveld. Commissaris van de Koning in Overijssel.

Ank is geen blijvertje, twee maal is ze na in de kamer benoemd te zijn er vandoor gegaan. De eerste keer werd ze burgemeester van de nieuw gevormde gemeente “het hof van Twente en de tweede keer verraste ze vriend en vijand door kort nadat ze wederom in de kamer gekozen was, te kiezen voor de post van Commissaris van de Koning.

Lekker zo’n baas, geen zak verstand van Defensie, maar kennelijk maakt dat niet uit. Van het debacle Hennis hebben we niets geleerd, we gooien er gewoon weer een leek tegenaan. Hoe erg moet dat zijn voor die arme Rob en al zijn strijdmakkers. Hoe erg is dat voor ons Medelanders in deze tijden vol geweld en dreiging en ik schreef het al voor al die soldaten, die een politieke baas verdienen die weet wat het is om soldaat te zijn.

Soldaat in Nederland.

Ik ga het uitleggen en koppel het even los van deze bijzondere benoeming. Voor alle ministeries geld, dat er naast een politieke baas ook een bestuurlijke baas is, de Secretaris Generaal. Gelukkig maar, want dat is de stabiele factor in het bestuur van alle dag. Aan hem of haar rapporteren de directeuren- generaal en ga zo maar door een bestuurlijke piramide die normaal gesproken zorg draagt voor een correct bestuur van het betrokken departement. Daarboven staat dan de Minister eventueel bijgestaan door een of meerdere staatssecretarissen.

Enfin, dit wist u al, maar wat de meesten van ons zich niet realiseren is, dat ook ministers moeten worden ingewerkt en dat inwerken is niet iets wat je in een paar maanden doet, hoe vaak je ook naar Afghanistan vliegt om je gezicht te laten zien aan onze strijders aldaar. Kennis van zaken, inhoudelijk op de hoogte zijn, weten, gewoon weten. Rob weet het zijn commandanten weten het, maar zijn minister weet van niets. Ja alles van Twente en misschien ook wel hoe de Tweede Kamer werkt, maar Defensie. Tanks, vliegtuigen en schepen. Dat is andere koek!

Weer een bestuurder dus, die uitsluitend bij gebrek aan een echt goede kandidaat naar voren geschoven wordt.

En wat te denken van de aanstaande benoeming van Ferdinand Grapperhaus, partner bij Allen & Overy en huisadvocaat van bijvoorbeeld Pon, u weet wel van het aanbestedings en dieselschandaal, als minister van Veiligheid en Justitie. Niet voor maar van. Sander Dekker wordt voor. Begrijpt u het nog? Ik begrijp er geen reet van!

Hoe objectief kan hij zijn?

Ferdinand is gespecialiseerd op het gebied van het arbeidsrecht, (hoogleraar in Maastricht) en zoon van oud staatsecretaris Ferd Grapperhaus.

Ferdinand is ook nog kroonlid van de SER, maar van veiligheid en alles wat daar mee te maken heeft hij, zo lijkt, weinig kaas gegeten. Hij moet dus gaan leren, net zoals Ank. Ik vraag me af of we daar tijd voor hebben. Eerlijk gezegd denk ik van niet!

Ik ben Ferdinand een paar keer tegen gekomen in mijn leven en dat is mij niet goed bevallen. Ferdinand is erg overtuigd van zichzelf en duld weinig of geen tegenspraak.

 

Toegegeven, hij vecht voor zijn klanten, gebruikmakend van alle beschikbare middelen. Naast kennis van het recht en de daarbij behorende jurisprudentie , hoort intimidatie daar zeker ook bij. Ferdinand is niet wat je zou noemen een “ benaderbare man” en daardoor een moeilijke baas voor zijn ambtenaren. Hij zal geen tegenspraak dulden, zijn succes en daarmee zijn carrière gaat voor alles!

Dit zijn slechts een paar van de “gelekte” namen van kandidaten. Politieke en geen Vak kandidaten.

En verder??

Kajsa gaat naar Den Haag en Pechthold naar Amsterdam, zo zal het wel gaan denk ik en dan is ook dat cirkeltje rond.

En voor ons geld: “daar gaan we weer”

 

Wij spreken