Mijn beste vriend is 4 jaar geleden geboren.
Op een avond, ik lag al in bed en was eigenlijk niet van plan om er nog uit te komen, kwam mijn vrouw de slaapkamer binnen gehold en zei dat ik als de donder mijn bed uit moest. Snel, snel, snel!
Ik schrok me eigenlijk rot. U kent dat gevoel wel van de slaap die langzaam het lichaam meeneemt naar die plek waar alleen rozen bloeien, waar de luchten altijd blauw zijn en waar de zon voorzichtig jouw lichaam verwarmt. Een plek waar wij allemaal van dromen, niemandsland!
Snel, snel, snel, opstaan we moeten naar Amsterdam, je hebt een kleinzoon.
Het duurde toch wel even voor dat ik terug was op aarde en mij realiseerde dat hier geen sprake was van een vervelend grapje. Ik moest er echt uit. Hoe heet hij, iedereen wist zijn naam al, ik niet, ik wilde het ook niet weten. Ik vond het al een dingetje dat iedereen in mijn familie het geslacht van de boreling wist. In mijn tijd was dat niet zo. Dan moest je gewoon wachten, tot het zover was. Toen mijn eerste kind geboren werd, een zoon, wist ik niets. Het enige wat ik wist was dat ik op tijd moest zijn om het allemaal zelf mee te maken en op tijd. In 15 minuten heb gedoucht, aangekleed en had ik 25 kilometer afgelegd, langs gevaarlijke kronkelende wegen, dat alles om getuige te zijn van de geboorte van het mooiste cadeau dat een vrouw haar man kan geven ……een zoon. Toch?
Nu was mijn eerste nakomeling geboren, een kleinzoon. In Amsterdam 35 kilometer van de plek, waar ik probeerde de nacht van mij af te schudden. Half twaalf in de nacht. Het was maart en stik donker buiten en Hollands koud.
Hoe heet ie, vroeg ik nog een keer. Cooper was de naam die ik hoorde, Cooper!
Wie had die naam bedacht, mijn naam was het niet, zelfs zijn tweede naam was niet een naam die ook maar leek op de mijne. Wel verdomme, moet ik nu opstaan, voor een menneke met als voornaam Cooper.
Wat moest ik daar doen? De vader en moeder feliciteren, het kind vasthouden?, waarom kon dat morgen niet. Gewoon op een beschaafd tijdstip. Na een stevig ontbijt en een kopje koffie! Waarom nu!
Ik durfde dit laatste niet hardop te zeggen, het zou tot ruzie leiden.
Dus er uit, aankleden en weg wezen. Naar het nieuwe kindje.
Prachtig, het was een prachtig baasje, blond met krullen, hij kon zou in de kribbe. Het kindeke Jezus kon niet mooier geweest zijn. Een stralende moeder, vader en grootmoeder en ik, ik wist niet goed wat voor houding ik aan moest nemen. Natuurlijk was ik ook blij, een gezond kind is helaas vandaag de dag niet vanzelfsprekend en daar lag een heel gezond kind onbewust van het feit, dat hij uit de veilige moederbuik in een grote boze wereld terecht gekomen was. Nou ja boos, voorlopig zou die wereld hem koesteren en beschermen tegen al het kwaad van buiten, maar toch eens zou hij de ware aard van zijn nieuwe wereld leren kennen.
Wat moest ik nou, mijn kinderen nog een keer knuffelen het menneke even vasthouden en dan terug, weer 35 kilometer, een slokje warme champagne en weer naar bed.
Dat bed was inmiddels koud en ik ook.
Ik heb er gewoon niets mee, zo’n baby die wat wazig voor zich uit ligt te kijken en alleen maar drinkt en luiers vol poept. Oh wat is ie mooi , was aan mij niet besteed.
Iets later, een paar dagen later, deelde ik mijn gevoelens met een vriend. Ik heb er helemaal niets mee, ja mijn vrouw is lyrisch, praat over niets anders, maar voor mij, niet echt.
Het is een vreemde zeker, die verdwaald is zeker, zo iets!
Mijn vriend Ferdinand, want zo heet, wij spraken elkaar telefonisch zei: “wacht maar totdat hij naar je lacht” dan is het met je gebeurd. Verkocht, let maar op.
Kon ik me niets bij voorstellen!
Nu vier jaar later weet ik wel beter. Ik ben verkocht, met huid en haar. Cooper en ik zijn beste vrienden, na zij vader natuurlijk en ook na zijn inmiddels geboren zusje en ook na zijn moeder en ook na mijn vrouw, maar toch wij zijn beste vrienden. Vandaag is hij voor het eerst op schoolreis gegaan. Op schoolreis, 4 jaar oud. Afgelopen zondag hebben we samen een diepe kuil gemaakt op het strand. Hij wel te verstaan, ik mocht alleen helpen. Een diepe kuil, heel diep.
Er zijn inmiddels in die vier jaar nog 5 kleinkinderen geboren. Niet allemaal van dezelfde vader gelukkig, maar toch 5 en dat is best veel.
Maar… en ik weet ook niet hoe het komt, maar Cooper staat met stip op 1.
Als hij bij ons logeert dan, slaapt meneer niet in het logeerbed, maar in het grote bed, mijn bed. Ik moet dan een beetje opschuiven en proberen de slaap te vatten, ondanks het feit dat ook kleine kinderen best kunnen snurken.
Dwars liggen, veel draaien en op zoek gaan naar zijn knuffel, de nacht is er mee gevuld.
Zijn mijn andere kinderen jaloers, gelukkig niet, ze begrijpen het wel. Mijn vrouw begrijpt het en mijn hond ook. Ik ben geen Opa, hij noemt me bij mijn voornaam, want dat doen vrienden.
Nu is hij weg, op zijn eerste schoolreis en ik , ik kan niet wachten tot 4 uur. Dan komt de bus weer terug. Nu ik ook wat ouder word telt er een ding maar echt, dat is de band tussen Cooper en mij.
Mijn beste vriend!
Wij spreken