Toon

Boulevard Paulus Loot 57, daar woonde ik met mijn vader, moeder en broertje. Het huis op het duin. Het staat er nog steeds en geloof het of niet, er is niets maar dan ook helemaal niets aan veranderd. Helemaal niets en dat minstens 50 jaar. In Zandvoort 50 jaar lang niets aan een huis doen is met al die zeewind en het zout bijna ongelofelijk. Echt waar, ga maar kijken. De boulevard is sinds kort opgeknapt, maar nr. 57 niet. Maar goed, daar gaat het niet over. Het gaat over Toon, Toon Hermans. Toon Hermans was onze buurman, nou ja buurman, hij woonde op dezelfde boulevard en mijn vader had hem een paar keer gesproken. Hij kende Toon Hermans en dat was bijzonder. Mijn broertje was bevriend geraakt met Maurice, een zoon van Toon en was een groot bewonderaar . Hij had al zijn platen en kende zijn nummers uit zijn hoofd. Ik echter kende Toon nauwelijks, dat wil zeggen, persoonlijk. Ja we waren al een paar keer naar zijn shows in Carré gegaan en oh jee wat hadden we een pret gehad, maar zelf had ik mijnheer Hermans nooit ontmoet. Even over dat Carré, dat geweldige theater aan de Amstel, jaren later, zeker 20 jaar na mijn leven op de boulevard heb ik voor dat Carré de sponsoring geregeld. De stad, Amsterdam, vond dat Carré op eigen benen moest gaan staan en dat ik dat zo snel voor elkaar kreeg was een feest. 4 Miljoen van PTT Post, het bedrijf van mijn vriend van vroeger, Harry Koorstra. In twee weken nadat de toenmalige directeur het mij vroeg, had hij een getekend sponsor contract. Ben ik nog trots op. Hein Jens was die directeur en Hein was een topper, afkomstig van de Utrechtse Jaarbeurs werd hij de baas van het Theater aan het Water. Liep hij met de Majesteit naar het concert op de Amstel en ontving hij de groten der aarde in zijn kamer. Hein, je was geweldig!. Terug naar toen, daar aan die boulevard. Op een dag, geen idee meer wanneer, vertelde mijn vader mij, dat ik mee mocht met Toon Hermans naar zijn show in Amsterdam. Echt waar, ik mocht met Toon mee naar Toon. Het is echt gebeurd en wat ik mij daarvan herinner is die waanzinnige witte mercedes met rood leer, waarin mijnheer Hermans elke middag naar Carré reed en waar hij in dat theater dan begon met het doen van oefeningen, om zijn keel voor te bereiden op een show van wel twee uur. Toon die alleen maar door te kijken, de zaal in extase kon brengen, die als ‘de voorzitter’ niets meer deed dan met een pet op en een scheve mond 3 x de twaalf namen noemen van de nieuwe leden van de vereniging “ons genoegen”. De zaal kwam “niet meer bij”. Helemaal niemand heeft hem dat ooit nagedaan! Wat een geweldig artiest, wat een kunstenaar en ik mocht met hem mee.
1600 Mensen in de zaal en zijn assistent Tonny, die alles voor hem klaar zette. Naarmate het tijdstip van aanvang 20.00 uur dichterbij kwam, werd mijnheer Hermans zenuwachtiger. Ja hoe kon dat nou, hij deed het toch elke avond wel een jaar achter elkaar en toch. Dat en de geweldige show, de terugrit door de nacht van Amsterdam naar Zandvoort, weer in die prachtige auto, dat is wat ik mijn herinner. Oh ja en ik mocht Toon zeggen, maar dat heb ik nooit gedaan! Delen kan ik het niet meer met hen, want mijn vader, mijn broertje en mijnheer Hermans, ze zijn er niet meer.
Duif is dood, zij ook!

Wij spreken