35 jaar lang heb ik duizenden mannen gesproken. nimmer was er een bij zoals hij. Talloos zijn de gelagen die ik heb mee gedronken. niemand kon drinken zoals hij. ik heb wat bulderaars ontmoet in mijn leven maar niemand kon bulderen zoals hij ik heb soms leiders ontmoet maar geen zoals hij. ik heb nooit een vader over zijn kind horen zeggen hij verdient meer in een middag meer, dan ik in een jaar. Dat kon alleen hij. Ik rookte een pakje, hij rookte een slof. Het Concertgebouw was nu een MacDonalds geweest en Heineken een 0.0 bedrijf, zonder hem. Het was een eer, dat ik hem bij zijn voornaam mocht noemen en tegen zijn vrouw mocht zeggen, dat ik van haar hield. Dan stond hij te stralen, dat maakte hem trots. aan alles komt een einde ook aan het leven van een rots