Bontebal, Kwal of Heelmeester

De Wederopstanding van de Prediker Bontebal

(Een parabel over belasting, geloof en het broze vertrouwen der kiezers)

In het koninkrijk Nederlaag — pardon, Nederland — heerste grote verwarring. Het volk was murw gebeukt door dossiers, crises, en kabinetsformaties die langer duurden dan een bedevaart naar Jeruzalem. En terwijl links en rechts elkaar als gewoonlijk besnuffelden zonder echt te paren, gebeurde er iets wonderlijks…

Uit de luwte van de Lage Landen rees hij op:
Henri Bontebal, de zachte stem van het Christen-Democratisch Appèl.

“Daar is hij weer,” fluisterden de mensen.
“De man met het kuifje, de spreadsheet, en het geweten.”
“De belerende dominee met een warm hart en een koude grafiek.”

En zie, hij sprak in de peilingen — en de peilingen hoorden hem graag.

“Wij bouwen aan rentmeesterschap,” sprak Bontebal.
“Wij zijn het zout der aarde en de controleurs der energierekening.”

En terwijl hij zijn blijde boodschap bracht — over verantwoordelijkheid, plicht, duurzaamheid en solidariteit — begonnen sommige burgers onrustig te worden.

Want men herinnerde zich Rutte, men herinnerde zich Balkenende, men herinnerde zich Wouter Bos die zei dat “de sterkste schouders de zwaarste lasten moesten dragen”, waarna iedereen zonder makelaarskantoor ineens “de sterkste schouder” bleek te zijn.

En nu klonk het weer:

“We moeten offers brengen.”
“We moeten de collectieve voorzieningen herwaarderen.”
“We moeten niet alles aan de markt overlaten.”
“De belastingdruk moet eerlijker.”

Maar het volk riep:

“Niet wéér! Niet weer een christen die zegt dat we solidair moeten zijn terwijl onze boodschappen 9,5% duurder zijn dan vorig jaar en de zorgpremie stijgt als de zeespiegel!”

En de jongeren op TikTok riepen:

“Wie is die man met zijn Bijbelse belastingbeleid?”
“Is dit een nieuw AI-profeet of een gereanimeerde dominee uit 2006?”

En de ouderen mopperden:

“Die spreekt als een dominee, maar intussen komt-ie aan m’n AOW.”

De Waan en de Waarheid

Toch — en dit is het mysterie — bleef Bontebal stijgen. Want in een land vol geschreeuw en populistische vuurwerkjes was zijn toon gematigd, fatsoenlijk, en opmerkelijk coherent.

Hij riep niet om de grenzen te sluiten.
Hij gooide niet met modder.
Hij sprak over dienstbaarheid.
Over verantwoordelijkheid.
Over waardigheid.
En ja — ook over belasting.

En dus bleef Nederland in tweestrijd:

“Willen we een land geleid door een rentmeester… of zijn we bang dat hij ook echt de lasten gaat herverdelen?”

Epiloog

En zo sprak een oude visser uit Spakenburg:

“Het is mooi hoor, die Bontebal. Maar als hij m’n diesel duurder maakt en m’n zoon geen huis kan kopen, dan stem ik toch weer op Geert.”

En daar eindigt het voorlopig.

Bontebal stijgt.
Het CDA herleeft.
En Nederland bidt — óf hij de lasten eerlijk zal dragen,
of ons er weer eentje oplegt.

Sceptisch, maar stiekem ook een beetje hoopvol.

De zegen of de last?

Dus vraag ik u, broeders en zusters in de democratie:

Willen wij Bontebal als premier?
Willen wij weer een christen aan de top, met rentmeesterschap als ruggengraat?
Of vrezen wij zijn zachte stem juist omdat zij ons herinnert aan de offers die nog komen?

Want wie hem volgt, zal wellicht geleid worden naar het beloofde land…
Maar moet onderweg wel z’n energierekening, zorgpremie, én wegenbelasting meenemen.

Zalig zijn de lastendragers.

Maar ik ben voorlopig nog even op zoek naar een leider die me geen zwaard van gerechtigheid geeft, maar gewoon een betaalbare huurwoning.
geen Kwal dus. (maar ook geen heelmeester)

Amen.

Wij Spreken